Door Dick Koger
Iedereen kent in Bangkok het grote kopstation Hua Lampong. Van hier vertrekken treinen naar het noorden, het verre zuiden, het westen, het oosten en zelfs eenmaal per dag een boemeltje naar onze contreien. Ik kom al ruim veertig jaar in Bangkok, maar pas onlangs werd ik geattendeerd op een tweede kopstation. Simon de Goede stuurde me een heel aardig artikel uit de reiskrant van de Telegraaf. Zo aardig dat ik onmiddellijk geïnteresseerd raakte. Dit tweede station ligt aan de westelijke zijde van de rivier, in Thonburi, vlakbij het Koning Taksin plein.
Maha Chai is een oude naam, maar is door Rama IV vervangen door de huidige naam Samut Sakhon. Voor ouderen, en dat ben ik, is het altijd Maha Chai gebleven. Een nog oudere naam is overigens Tha Chin oftewel Chinese pier. Maar dat was in de vijftiende eeuw, dus heel lang geleden. Chinese invloeden zijn nog overal zichtbaar.
De uitgebreide markt is gespecialiseerd in producten uit de zee en specerijen. Derhalve wandelen we door een wolk van steeds wisselende geuren. Verse vis, gedroogde vis, schaaldieren, schelpdieren. Daarnaast basilicum, foelie en allerlei curries.
Snel brengen we nog een bezoek aan een oude Chinese tempel met de mooie naam Kuan Yin. Deze godin houdt zich vooral bezig liefdadigheid en zorgt een vruchtbare rijstoogst. Ik vergeet een foto te maken, dus deze van Google:
Wij wandelen terug naar het station. Het loket is gesloten, want de trein gaat pas over een half uur. Wanneer het open gaat, wandel ik vast naar het andere eind van het station om zeker te zijn van een raamplaats. Even later komt mijn metgezel me vertellen dat hij het ook niet begrijpt, maar de reis is gratis. Hij heeft wel een ticket voor ons beiden. De trein is behoorlijk vol. Maar aan de andere zijde van het gangpad is een bank bezet met koffers van het personeel. Daartegenover zit een monnik. Tijdens de reis legt een geüniformeerde beambte de koffers in het bagagenet. Hij vraagt mijn metgezel en zijn buurman op de lege bank te gaan zitten. De bank tegenover me blijft tot mijn verbazing leeg. Pas bij het volgende stationnetje wordt duidelijk waarom. Een nest (ik beoog geen ooievaarsnest, maar een mierennest) schoolmeisjes stapt in. De bank voor mij wordt gevuld met drie meisjes die qua kleding en make-up zo in een seksclub zouden kunnen werken. De treinbeambte heeft met zijn vooruitziende blik de monnik bewaard voor lichamelijk contact met de voor hem verboden vruchten.
Een uur later zijn we terug in Bangkok. Deze tocht kan ik ieder aanbevelen.